Onzekerheid projectontwikkelaars over ozb-belasting op zonnedaken en zonneparken: ‘Duidelijkheid is de crux’

Nederlandse gemeenten moeten snel duidelijkheid verschaffen over de wijze waarop WOZ-waarden en bijbehorende aanslagen voor de ozb-belasting zonnedaken en zonneparken tot stand komen. Dit stelt Jan Albert Timmerman.

Nederlandse gemeenten moeten snel duidelijkheid verschaffen over de wijze waarop WOZ-waarden en bijbehorende aanslagen voor de ozb-belasting zonnedaken en zonneparken tot stand komen. Dit stelt Jan Albert Timmerman.

‘Voor grootschalige pv-systemen lopen de verschillen in de te betalen belasting op tot tienduizenden euro’s per kalenderjaar. De rechtsonzekerheid is het grootste probleem, en duidelijkheid is de crux. Niemand heeft baat bij lange gerechtelijke procedures’, aldus Timmerman van het juridisch adviesbureau RenewabLAW, tevens voorzitter van de juridische en fiscale werkgroep van Holland Solar.

Grote verschillen
De onafhankelijke werkgroep Zon op daken van het Nationaal Programma Regionale Energiestrategie (NP RES) gooide onlangs de knuppel in het hoenderhok: de werkgroep adviseert grote dakgebonden zonnestroominstallaties vrij te stellen van ozb-belasting. De werkgroep wil dat de VNG een modelontheffing opstelt – deze moet 1 mei al klaar zijn – en gemeenten deze vervolgens naar wens kunnen gebruiken.

‘Een ontheffing is zo gek nog niet, maar dan moet die wel in iedere gemeente gehanteerd worden’, opent Timmerman het gesprek. ‘Want de ene gemeente heeft een heel hoog ozb-tarief en de andere juist weer een heel laag ozb-tarief. Daarbovenop is iedere gemeente het wiel aan het uitvinden over hoe de belastingaanslagen tot stand komen. Dat is onwerkbaar, de zonne-energiesector is op zoek naar duidelijkheid.’

Volgens Timmerman kan een ozb-aanslag dan ook flink drukken op de businesscase van een dakgebonden project en hierdoor zelfs de investeringsbereidheid van bedrijven in dit soort zonnestroominstallaties verminderen. Timmerman komt met een rekenvoorbeeld om de problematiek te illustreren. ‘De gemeente Westland en Deventer hanteren tarieven die bij de eigenarenbelasting en gebruikersbelasting (red. zie kader) 65 tot 70 procent verschillen. Reken je dat door naar een zonnestroomsysteem van 10 megawattpiek met een bouwsom van 8 miljoen euro, dan bedraagt het verschil alleen in het eerste kalenderjaar al ruim 23.000 euro. In Westland zou een projectontwikkelaar 34.000 euro ozb-belasting betalen, maar in Deventer bedraagt de ozb-belasting voor exact hetzelfde pv-systeem 57.600 euro. Dat is een substantieel verschil.’

Opstalrecht
Hamvraag in de discussie over de ozb-belasting is of een zonnepaneel een onroerende zaak is. De Waarderingskamer (red. zie kader, het controleorgaan van het gemeentelijk WOZ-beleid) stelt dat zonnepanelen naar aard en inrichting bestemd zijn ‘om duurzaam ter plaatse te blijven’ en daarom vormen zonnepanelen een integraal deel van de woning of het gebouw waar ze op liggen. ‘En ook een zonnepark moet beschouwd worden als onroerende zaak en geen roerende zaak, waardoor er ozb-belasting over de zonneweide betaald moet worden’, duidt Timmerman.

Wanneer de zonnepanelen een andere eigenaar hebben dan de gebouweigenaren– bijvoorbeeld als een projectontwikkelaar het dak huurt om zonnepanelen te plaatsen – en de eigenaar van de zonnepanelen zekerheid wil hebben dat hij juridisch eigenaar is van de zonnepanelen – dan zal de eigenaar een opstalrecht dienen te vestigen. In dat geval zal het zonnedak, dat door het opstalrecht een zelfstandige onroerende zaak is geworden, ook een zelfstandig WOZ-object vormen en dat is waar volgens Timmerman de eerste problemen ontstaan. ‘Waar zonnepanelen die geen zelfstandig WOZ-object zijn bij het opstellen van de ozb-aanslagen door een gemeente nog wel eens over het hoofd worden gezien, wordt een zelfstandig WOZ-object in principe automatisch gedetecteerd. Alle zelfstandige WOZ-objecten worden namelijk aangemeld bij het kadaster en die informatie belandt te allen tijde bij gemeenten. Gemeenten zijn vervolgens verplicht om ozb-belasting te heffen. Immers, een gemeente kan niet besluiten de ene onroerende zaak wel een aanslag op te leggen en de andere niet. Dat kan alleen maar als er een ontheffing is of als bepaald wordt dat voor een bepaald object er een nulheffing is. Sommige gemeenten maken daar gebruik van.’

Lees hier het volledige artikel ‘Duidelijkheid is de crux, niemand heeft baat bij gerechtelijke procedures’ in de maart 2021-editie van Solar Magazine.