Rondetafelgesprek Elektriciteitsnet, starring IPO, VNG, Holland Solar, NWEA en vele, vele anderen

Een terugkerend lezer van mijn posts zal wellicht geconstateerd hebben dat ik de discussies over congestie op de (elektriciteits)netten met meer dan gewone belangstelling volg. Zeker als het om het principe van ‘first come, first served’ gaat (waar naar mijn mening alternatieven voor zijn, maar dat terzijde). Maar vandaag gaat de aandacht uit naar het rondetafelgesprek over het elektriciteitsnet dat komende donderdag 3 februari in de vaste commissie Economische Zaken en Klimaat van de Tweede Kamer wordt gevoerd.

Achter de link zijn de positionpapers te vinden die de hoofdrolspelers op dat net hebben ingebracht. ‘Pick and choose’ zou ik zeggen maar al wel een aantal hoogtepunten van een 3-tal hoofdrolspelers:

1. VNG: laat de decentrale overheden maar schuiven

“De schaarste in netcapaciteit vraagt om publieke sturing waarin maatschappelijke afwegingen centraal moeten staan.  Er zal voor de korte termijn geprioriteerd moeten worden in netuitbreidingen waarbij een integrale en maatschappelijk gewogen prioritering de basis vormt voor een noodzakelijke keuze. Deze maatschappelijke prioritering moet dienen als instrument om de problematiek van het ‘first come, first serve’ non-discriminatiebeginsel aan te kunnen pakken. Gemeenten zien samen met provincies een rol in deze integrale en maatschappelijke afweging op regionaal niveau. Decentrale overheden zijn goed in positie om integrale en maatschappelijk afgewogen keuzes te maken tussen de verschillende sectoren en opgaven zodat voorkomen wordt dat industrie en datacenters vooroplopen en de schaarse capaciteit op het net reserveren ten koste van bijvoorbeeld nieuwe woonwijken, scholen of duurzame opwek zoals gepland in de RES’en.”

2. IPO: pas de wetgeving aan om de decentrale overheden te laten schuiven

“Wijzigingen in de Energiewet zijn nodig om provincies in positie te brengen. Naast voldoende middelen voor de uitvoering is het aanpassen van wet- en regelgeving een belangrijke voorwaarde voor het kunnen uitvoeren van de provinciale regierol op de regionale energie-infrastructuur. De provincies pleiten er daarom bij het rijk voor de volgende punten aan te passen in wet- en regelgeving:

• Een wettelijke verankering van de provinciale taak in de Energiewet. Dit schept o.a. duidelijkheid voor alle betrokken partijen, voorkomt vrijblijvendheid en biedt (juridische) rugdekking.

• Het schrappen of aanpassen van artikel 6.8 in de Energiewet. Hierin staat dat provincies en gemeenten niet bevoegd zijn het opwekken, transporteren en leveren van elektriciteit of gas in het belang van de energievoorziening aan regels te binden. Dit is een belemmering voor het goed vervullen van de provinciale regierol.

• Het mogelijk maken dat voorrang wordt gegeven aan maatschappelijk gewenste ontwikkelingen. De minister zou creatief moeten kijken naar een alternatief voor het ‘first come, first serve principe’. Netbeheerders hebben een wettelijke plicht om partijen aan te sluiten op basis van dat ‘first come, first serve principe’. Er wordt dus geen rekening gehouden met maatschappelijk belang. Hierdoor heeft bijvoorbeeld een casino voorrang op een ziekenhuis als het casino eerder een aanvraag heeft gedaan.”

Casino’s vs. Ziekenhuizen

Over de schijnbare tegenstelling tussen casino’s en ziekenhuizen (althans, de aanspraak van hen op schaarse netcapaciteit) schreef Jan-Willem Zwang overigens een interessante post. Zijn conclusie was kortgezegd dat het communicatief wel heel makkelijk is dat ziekenhuis voorrang te geven, maar dat het praktisch en technisch-juridisch gezien wat lastiger is. Bovenal spreekt zijn benadering mij aan dat wellicht de discussie over voorrang op de netten van tijdelijke aard is nu wellicht deze ‘wake-up call’ een reden is dat de behoefte aan netcapaciteit meer prominent wordt meegenomen in de projectplanning (en dat er dus geen projecten geïnitieerd worden waar in de nabije of veder toekomst geen capaciteit is.

3. Brancheclubs ontwikkelaars (Holland Solar/NWEA): met kleine aanpassingen in het regelgevend kader en betere naleving kom je wellicht al verder dan dat je denkt

“Uitwerken verzwaren tenzij en congestiemanagement. Indien de netuitbreiding niet (voldoende snel) mogelijk is dan wel zeer duur, dan dienen netbeheerders te bekijken of congestiemanagement toegepast kan worden. Dit kan gaan om het aftoppen van een piek in elektriciteitsproductie, om vraagsturing of om opslag. De netbeheerder draagt hiervan de kosten omdat zij het beste kunnen inschatten wat de beste/ meest efficiënte oplossing is. Hierdoor blijven de maatschappelijke kosten het laagst. Netbeheerders zijn al verplicht om congestiemanagement toe te passen o.b.v. bestaande regelgeving, maar doen dit nog zeer beperkt. Naar onze overtuiging wordt te snel verwezen naar dat het ‘net is vol en geen congestiemanagement mogelijk’ is. Borg dat de Energiewet een bepaling opneemt dat netbeheerders ‘verzwaren tenzij’/ congestiemanagement toepassen alvorens ‘nee’ te verkopen.”

en

“Verruim de mogelijkheden van cablepooling. Cablepooling is het mogelijk maken dat bijvoorbeeld een windpark, een zonnepark of een batterijsysteem dezelfde kabel gebruiken, op één aansluiting naar het net. Dit is gunstig voor netcapaciteit omdat productie uit deze verschillende technieken complementair is. Het huidige juridische kader laat cablepooling niet toe als twee objecten behoren bij verschillende juridische entiteiten. Deze barrière moet weggenomen worden.”

Quickfix cablepooling?

Vooral de laatste ‘cri de coeur’ van de brancheverenigingen is een belangrijke. Het laat zich namelijk aanzien dat met een beperkte wijziging van bijv. artikel 1 lid 7 van de Elektriciteitswet 1998 dit al mogelijk gemaakt kan worden. Maar daar is dan wel wat politieke inspanning en ambtelijke wil (of andersom, politieke wil en ambtelijke inspanning) voor nodig.

We gaan het zien en ‘tune-in’ op donderdag 3 februari om 15:00 op de livestream vanuit de Thorbeckezaal waar de commissie vergadert om te kijken wat er met de argumenten van je favoriete hoofdrolspeler wordt gedaan.